Tweedehands?

  

Ik houd van Shalev.
“Naar mijn moeders idee is elke taart niets anders dan een moordaanslag, maar mijn vader, die bij het woord ‘gezond’ zijn trek verloor in eten in het algemeen en in mijn moeder in het bijzonder, zei: ‘Het kan me niet schelen dat havermoutpap héél gezond is! Het is niet lekker, het is saai, het is idioot! En het is de verjaardag van Michael, Channa, niet die van jou!’ Scherpte brandde in de komma die hij na mijn naam zette, en aan de andere kant van het uitroepteken lag zwart een boze vlakte, als een verbrand veld.”
Ik lees nog maar net in Fontanel, mijn tweedehands aangeschafte boek van Meir Shalev, of ik zet al weer een uitroepteken. Die reserveer ik voor mooie zinnen, zoals deze van de komma en de verbrande vlakte. Bij dit stukje zet ik bovendien een lachebekje vanwege de niet-trek-in-de-moeder. Deze ene passage vertelt al een heel verhaal; dat bewonder ik. En ik vind de sterretjes in de tekst, waar hoofdpersoon Michael nog iets moet uitwerken of waar hij nog moet kiezen tussen mogelijke zegswijzen, een vondst. Dit boek voelt als een schroesjka (samenvoeging van schrijver en matroesjka): in schrijver Shalev bevindt zich hoofdpersoon-schrijver Michael en daarin laat ik me verstoppen.
Shalev laat zien hoe het werkt; de schrijver schrijft en schrapt en toetst en twijfelt en kiest en keurt. En leest. “Je moet lezen, lezen en leren van de grote meesters – het is écht waar, wat ze daar over zeggen – leren van de oude Grieken, de Bijbel, Melville, Dickens, Thomas Mann. Eerst lette ik op waar ze me jaloers maakten, waar ze me lieten lachen, huilen,” zegt Shalev, “nu kijk ik ook naar de techniek.”
Ik houd van schrijven naast de tekst, maar ik vrees dat ik niet zal kunnen ophouden met emoticons plaatsen en wellicht gaat dat dit keer toch mijn leesplezier verminderen. Ik leg de pen weg, loop naar de keuken voor een kop koffie en zie in het voorbijgaan de andere boeken van Shalev in mijn kast staan. Ook tweedehands.
Als ik me opnieuw neerzet en verder lees, hoor ik een stemmetje:
-Waarom tweedehands? Dat betekent dat Shalev zelf niets aan jou heeft verdiend, terwijl je hebt gesmuld van zijn Vier maaltijden, je een vakantie doorbracht in zijn Russissche roman en je je liet verslaan door zijn Grote vrouw. Jij weet als geen ander hoeveel tijd en energie het schrijven van zo’n roman kost. Uren, dagen, maanden, jaren en jij leest op kosten van Shalev en laat hem op een guavehoutje bijten. Dat noem ik liefde op het tweedehandse gezicht.
-Nietes, roep ik.
Ik voel gelijk dat die kreet nergens op slaat. Gauw kijk ik voor in het boek -tweede druk!- en op internet zoek ik naar dit boek eerstehands.
-Mijn versie ís niet eens meer nieuw te krijgen, zeg ik.
Het woord triomfantelijk laat ik hier weg; die interpretatie kan ik aan de lezer overlaten hoor ik mijn redacteur zeggen.
-Heb je zijn laatste dan wel nieuw gekocht?
-Nou, dat doe ik misschien heus nog wel. Het is toch logisch dat ik, arme-door-de-crisis-getroffen- schrijver bezuinigde op de luxe van het kopen van een nieuw boek? En het is toch ook mooi dat de tweedehands markt floreert? Voor de lezer, het boek en de handelaar? Daar is trouwens een mooie uitdrukking voor: creatieve destructie.
-Leuk gevonden hoor, maar aan het einde van de lijn zou het zomaar kunnen dat de auteur met heel veel destructieve creativiteit blijft zitten, terwijl, in Shalevs geval, hij ergens in Israel aan de lopende band rotte sinasappels sorteert.
-Die hij dan naar mijn hoofd wil gooien?
-Ja, zoiets.
Ik val stil. Het punt is gemaakt. Ik beloof Shalev plechtig Een geweer, een koe, een boom en een vrouw als nieuw exemplaar aan te schaffen. Ik kijk vast op bol naar de prijs: oei, € 19,90 en tweedehands voor…
Trouw, in voor en tegenspoed, gaat het door me heen. Ik sluit vastberaden mijn computer af. Ik sta op en zal naar de boekhandel gaan. Want ik houd van Shalev.